“Kijk naar de ziel van Riel” is een initiatief van een groep Rielenaren die de ambitie heeft uitgesproken om Riel van het verleden tot heden in woord en beeld voor een breed publiek onder de aandacht te brengen. Hiertoe worden zowel het Goirles Belang als Facebook (Kijk naar de ziel van Riel) en de site www.zielvanriel.nl ingezet. Wekelijks wordt de rubriek “Groeten uit Riel” gepubliceerd. In deze rubriek worden 1 of 2 foto’s geplaatst met begeleidende tekst uit diverse tijdsvakken.

Foto 1

Eind 1856 wordt de inmiddels stenen molen ook ingericht als pelmolen. Een pelmolen was een koppel stenen dat gebruikt werd voor het pellen van rijst of gort (gepelde gerst). Zo’n koppel stenen lag vaak verzonden in een maalzolder en werd alleen 1gebruikt in een stenen molen. Men had een gelijkmatige gang van de molen nodig. Echte pelmolens hadden zelfs aparte wieken/roeden. Het was intensief werk, rijstkorrels hadden drie gangen nodig en gort wel zes gangen voordat alles gepeld was. In 1866 werd het tracé van de nieuwe spoorlijn Tilburg-Turnhout vastgesteld. Er was nog geen enkele “kunstweg” in Riel. En dan ineens door een ijzeren weg doorsneden worden, dat hakte erin. De familie de Werd moet helemaal geschrokken zijn. De spoorlijn doorkliefde hun bezit dwars doormidden. De boerderij en de molen verderop gelegen. Na veel bezwaren en procedures op en neer werd er een overeenkomst gesloten tussen de Gedeputeerde Staten en de familie de Werd. Lambertus moet er toch tevreden mee zijn geweest, want hij kreeg zijn eigen parallelweg, het latere Kippenstraatje meteen net over de overweg links naar de molen toe. De verdeling van de nalatenschap van Lambertus de Werd en zijn vrouw Adriana Busio (overleden in 1862 resp 1866) vond pas plaats in 1883. De nieuwe Rielse molenaar, Jan de Visscher heeft maar 4 jaar op de molen van Riel gezeten., want in 1887 verkocht hij de molen weer door aan Sjef van Riel uit Dongen\. De aankoop door Sjef zou de familie van Riel meteen tot de laatste Rielse molenaarsfamilie bestempelen. Op de foto het station met op de achtergrond de molen met wieken in 1915, ontmanteld in 1927. Een der kopers was de heer Rombouts uit Terheijden, in wiens windmolen nog altijd een der roeden aanwezig is. De tweede roede aan een molenaar in Haaren verkocht.

Foto 2 Oude Molen 1950

In het jaar dat Sjef van Riel de Rielse molen verwierf, trouwde hij nog in Dongen met Adriana van Rosmalen. Zij hadden in Riel nog wel geen molenhuis, maar gingen eerst aan de Kerkstraat, toen B16 en nu nummer 22 wonen, tegenover het huidige Dorpsplein. Voor 1896 bouwde Sjef van Riel een molenaarshuis op het perceel van het huidige Zandeind 8. Sjef van Riel maalde op de molen behalve graan aanvankelijk ook nog veel schors. De eikenschors, vermalen tot run, werd door de looiers gebruikt om tussen de huiden door te strooien om zo het looiproces van huiden tot leer in de kuipen te bevorderen. De eikenschors werd zo rond 1900 veelal aangevoerd in grote partijen per trein uit de Ardennen. De Rielse en de Alphense looiers werkten samen in een soort inkoopcombinaties en konden zo grote partijen schors via het spoor aan laten voeren. Tot de Eerste Wereldoorlog, want toen stokte natuurlijk die aanvoer uit (bezet) België. Nadat het looiproces meer en meer volgens het extract-looien gebeurde, d.w.z. als een chemisch looiproces met behulp van bijvoorbeeld chroom in plaats van met plantaardige looistoffen- en die omslag moet in onze dorpen rond 1920 zijn geweest- toen raakte het schorsmalen uit de tijd. De firma van Riel legde zich toen ook toenemend toe op graanhandel. Sjef bleef zelf molenaar tot 1918, toen overleed hij aan de Spaanse griep. Zijn twee zoons Piet en Jan zetten de zaak voort, waarschijnlijk onder het toeziend oog van de weduwe A.J. van Riel-Roosmalen, maar vanaf 1929 werd de handelsnaam Gebr. P. en J. van Riel.