Zware tijden nog niet voorbij voor Goirle en Riel.
Dit verhaal sluit aan bij het verhaal van 2 vorige weken. U kunt die teruglezen. Deze week een vervolg uit dagboeken van die periode. Zij geven het meeste weer wat er rond de bevrijding gebeurde. De Duitsers waren begonnen aan een terugtocht richting de Maas.
Foto-info-tekst : Gemma v.d. Klundert- Bertens, Gerrit Kobes en div. kronieken.
Fragmenten uit: kroniek zusters van het Kostbaar Bloed, Goirle
Vlak voor de bevrijding had Harrie Adriaansen twee varkens gekocht in Hilvarenbeek, die vetgemest werden bij Jan Brock, een voor de pastoor en een voor wachtmeester Van Broekhoven. Door de terugtocht van de Duitsers werd besloten de varkens te slachten, zodat ze niet in hun handen konden vallen. Na de slacht werden de beesten op de stootkar van Toon Sterk, bedekt door een zeil, naar het klooster van de nonnen gebracht. Achter deze “lijkwagen” liep Van Broekhoven met een ernstig gezicht en ‘in vol ornaat”. De mis van half acht was echter bijna uit en het zou kunnen gebeuren dat de gelovigen bij het verlaten van de kerk geconfronteerd werden met deze stoet en vragen zouden gaan stellen.
Er werd afgesproken dat de volgende verklaring zou worden gegeven. “Helaas heeft iemand op Abcoven op droeve wijze het leven gelaten. Het stoffelijk overschot moest worden opgehaald voor nader onderzoek.” Gelukkig bleven de kerkdeuren van de St.Jan gesloten en in het Kerklaantje stond Pastoor van Riel al te wachten. Hij haalde zijn zakdoek voor de dag en sloot zich piëteitvol bij de stoet aan, en zo, begeleid door het kerkelijk en wereldlijk gezag, gingen de beide varkens naar de waskeuken van het klooster, waar ze verder werden uitgebeend. (gelezen in : Goirle 1940-1945, blz 121)
Woensdag 25 oktober:
Fragmenten verteld door frater Crecentius (vanuit de ziekenpost), het Fraterhuis aan de Tilburgseweg.
Geen Engelsen. Duitse posten staan nog aan de Ley. Als een plaatje in een oorlogsillustratie staan die eenzame posten in de zware morgenmist in hun linie.
13:30 uur: Geen tanks maar Engelse granaten schieten het dorp in en direct komt het bericht van een dodelijk ongeluk en ook een gewonde wordt binnengebracht.
15:30 uur: Hier knallen weer granaten en ze knallen met dodelijke nauwkeurigheid in de mishandelde torenspits. Deze begint vervaarlijk te hellen en wij kijken er inmiddels dwars doorheen.
18:00 uur: Granatensalvo’s slaan dichtbij in. Schrikkend en zenuwachtig lachend schuiven wij voorzichtig de gang in naast de recreatiezaal. Bij elke nieuwe klap krimpen we even in elkaar, zo hard zijn ze.
In het voorhuis liggen de zieken en het personeel op de grond, hevig geschrokken. De drie zwakste kraamvrouwen worden naar de kelder gebracht en daar goed ingepakt neergezet. Riet Appels, een van de E.H.B.O.-meisjes heeft een schok gekregen en huilt krampachtig. Frater Corinus en de zusters zijn radeloos, wat te doen als er nog eens projectielen inslaan. Liggen de zieken dan nog veilig?
Onze vier van de veiligheidsdienst Ludwigus, Clarentius, Oelbart en Nico gaan op onderzoek uit. Er blijken 2 granaten ontploft te zijn, één ervan waarschijnlijk op de raamdorpel van het laatste refterraam waar een grote hap uitgeslagen is. Alle ruiten in de refter en de studiezaal erboven zijn kapot. De tafel stond juist gedekt met brood, boter en fruit. Nu ligt alles onder een dikke cementlaag en glas.
Tegen 20:00 uur beginnen de granaten weer te klappen en zeer duidelijk mitrailleurvuur klinkt nu op korte afstand. De granaten komen steeds dichterbij, zodat rond half tien de recreatiezaal leegloopt. Als de tijd voor het slapen gaan gekomen is, zien we gestalten door de schemerachtig verlichte gang vluchtend naar de kelder snellen. En werkelijk, ze schieten als razenden. Er staat Engels geschut blijkbaar zeer dichtbij.
Volgende week meer over de naderende bevrijding.