Vrijdag 27 oktober 1944 - Bevrijdingsdag - deel 1.

(Foto-info-tekst : Gerrit Kobes)

Zware tijden voorbij voor Goirle en Riel?

Fragmenten uit het dagboek meester Dirksen.

’s Morgens.

De eerste ontdekking, die ik doe is, dat er geen water is. Later blijkt, dat ’s nachts ook nog de waterleiding vernield is. Ik heb rustig geslapen, overtuigd in de kelder veilig te zijn. Maar moeder zegt me, dat er in de nacht zeker enige honderden granaten in het dorp geëxplodeerd zijn. Ook dichtbij.

Werkelijk het is de afgelopen nacht raak geweest. Overal in het dorp liggen huizen geheel en gedeeltelijk vernield. Vooral de Bergstraat, Hoogstraat en Molenstraat hebben het moeten ontgelden. Ook het Gemeentehuis heeft nog een voltreffer gehad. Juist boven de burgemeesterskamer. In de Kloosterstraat kreeg van Dun, vlak bij ons, een voltreffer, de tweede keer. Een paar honderd woningen zijn ernstig beschadigd en zijn niet meer bewoonbaar. Gelukkig zijn er geen slachtoffers.

’s Middags

Na het middagmaal - voor het laatst in de kelder? - maak ik van de stilte gebruik even op brood uit te gaan. Onze bakker is uitgebakken, de Coöperatie ook en nog meerderen, twee bakkers hebben nog iets en bij één van hen krijg ik nog vier broden, we kunnen dus weer een dag vooruit!

Rond half drie gaan er geruchten, dat de eerste Engelse soldaten in de Bergstraat gezien zijn. Dan komen er berichten dat er op de Poppelseweg bij het wegruimen van de bomen, die de Duitsers over de weg hadden doen vallen, die Engelsen, die op landmijnen trapten, gedood waren. Allerlei geruchten doen nu de ronde. Omstreeks vier uur komen er dan die de handtekening hebben van een Engelsman en al een Engelse sigaret hebben gerookt. Dus het is toch waar, nu zal het niet lang meer duren of we zullen onze bevrijders kunnen toejuichen. Op de middag heeft het er richting Tilburg nog gespannen, daar waren de tanks geweldig in de weer. Maar het is nu al enige uren doodstil wat oorlogsgeweld betreft. Maar de kinderen, die nu even buiten zijn, zorgen voor genoeg leven en lawaai. Wat zijn ze uitgelaten. Geen wonder, lekker zacht najaarsweer en dan na zoveel uren in de kelder.

‘s Avonds

En rond zes uur - daar is het - plotseling worden er enige vlaggen uitgestoken, door anderen gevolgd. Groot en klein tooit zich met Oranje en rood-wit-blauw. In de verte horen we gejuich, het zwelt aan, komt dichterbij als een storm en dan ineens, daar rijdt de eerste Engelse tank de Kloosterstraat in - Frans Smulders zit er mee op en wijst den weg!

Door een haag van juichende en arm zwaaiende mensen gaat hij, gevolgd door nog een, en nog een en een paar legerauto’s. En weer een paar tanks. Ze rijden de Dorpsstraat in en gaan richting Riel. Het is niet te beschrijven, de vreugde der mensen, het enthousiasme wat ineens losbreekt. Ook over de Tilburgseweg rijden er richting Tilburg. Overal gejuich en gejubel. Een boekhandelaar strooit vlaggetjes, speldjes, oranje uit. Honderden zijn er gelukkig mee en zwaaien er de voorbijtrekkende voorhoede mee toe. Deze wuiven terug, als ze hier en daar even halt houden, is er al gauw iemand bij die Engels verstaat. Zo horen we dat we de hoofdmacht morgen kunnen verwachten. Een militair neemt zijn luidspreker - ze hebben in iedere auto en op elke tank een soldaat met koptelefoon en spreekhoorn - en zegt met Engels accent ”Tilbourg is frij”.

Spoedig horen we dat Tilburg nog eerder bevrijd was als Goirle. Daar een goede dag strijd, een dag misère en angst, hier juist drie weken, iedere dag wat!

Maar helaas door de aankomende V-1 s zijn we er helaas nog niet klaar mee.