Werkgroep “Van Besouw 3801” organiseerde interessante middag
Vrijdagmiddag 24 oktober waren zowat alle bewoners van het appartement Van Besouw 3801 bijeen in lokaal 10.10 van CC Jan van Besouw. De werkgroep, c.q. activiteitencommissie, bestaande uit John van der Velden (voorzitter), Jan van den Abbeelen, Loes van Gorp, Anneke Slotboom, Angelique Smulders, Joke Pape, Lies van Beurden en Ad Looijkens, organiseerde een interessante middag. Ze had Victor Retel Helmrich en Rob van Dijk uitgenodigd om hun licht te doen schijnen over de biodiversiteit aan de Zuidrand van Goirle, het beekdal, de weidevogels, de planten … en de onvermoeibare pogingen om terug te brengen wat verdwenen is en te herstellen wat verloren is gegaan. De sprekers hoeven nauwelijks nadere introductie, zij zijn al vele jaren bezig in Goirle en omstreken, zij adviseren gemeentes, Waterschap, Van Puijenbroek en andere boeren, zij trekken het veld in en steken de handen uit de mouwen en laten zich daarbij helpen door steeds meer milieubewuste burgers, zoals de genoemde werkgroep Van Besouw 3801.
door Ben Loonen
Na een uurtje luisteren dacht ik: wat zijn we toch de afgelopen tijd doordrenkt met politiek, het komt je de strot uit, en wat een weldaad om te horen over torenvalken, mussen, vleermuizen, gierzwaluwen. De ringmus kwam zelfs twee keer ter sprake, aan het begin en aan het eind van de middag. De ringmus is in Nederland een uiterst zeldzame vogel geworden, maar in Goirle komt hij voor, let wel niet in Riel en niet in Hilvarenbeek. De ringmus heeft een kastanjebruine kop en een witte ring om de nek, hij/zij is een beetje kleiner dan de huismus. In De Hellen heeft Victor 44 broedkastjes geplaatst, ze gaan ook in de Zuidrand komen. Daarnaast legt hij voedselveldjes aan, ook weer om de ringmus te helpen zich in stand te houden en zich te vermenigvuldigen.
Wat steek je veel op tijdens zo’n middag! Een steenmarter kan wel toch grote ergernis leiden van autobezitters die onder de motorkap een leiding doorgeknaagd vinden, maar steenmarters jagen ook op de zwarte rat, een diertje dat je niet in je huis en tuin wil hebben. Uilen! Uilen als graadmeter van het landschap. In 1970 waren ze bijna uitgeroeid door insecticiden in prooidieren, c.q. muizen, maar inmiddels zijn er weer 3000 paren in Nederland. In onze Sint Jan huizen deze prachtige vogels ook. De grasmus is geen mus, hoe vaak moeten we dat nog zeggen? De geelgors heeft het thema of de begintonen van Beethovens 5e symfonie. De roodborsttapuit was nagenoeg verdwenen, maar is teruggekomen. Het doet ontzettend goed om dat te vernemen. Het heeft zin om moeite te doen.
Met de planten is het eenzelfde verhaal. De grondster is na decennia (en het afschrapen van een bedorven bovenlaag) weer terugkomen! Zo ook zien we in het beekdal het duizendguldenkruid, de ogentroost, kattenstaart, rolklaver, grote pimpernel, klokjesgentiaan. De blauwe knoop! Hier ontstond een vrolijk moment getuigende van veel zelfinzicht: zijn hier mensen met drankproblemen, zo vroeg Rob van Dijk aan de zaal. Allemaal, werd teruggeroepen, en er volgende een lach van herkenning. Serieus: van een armzalige 20 soorten zijn er inmiddels maar liefst 350 plantensoorten geteld, de inspanningen betalen zich uit.
En voort ging het over de wulp (die wel 35 jaar kan worden, maar die zeer grote moeite heeft om zijn vier jongen groot te brengen, hoogstens één redt het), de kievit, de scholekster, de gele kwikstaart, de patrijs: we hebben het over de weidevogels. Willen die overleven heb je de medewerking van de boer nodig die meestal wel genegen is, en kunst en vliegwerk van het biodiversiteitsteam (markeringen, verplaatsbare nesten, vossenringen, e.d.).
Natuurlijk ging het over: wat kunnen we doen als betrokken burger, bewoner van het land. Er werd opgenoemd: natuur-inclusieve tuinen of balkons, vergroening van je wijk, natuurwaarnemingen invoeren in de apps die daarvoor zijn, vrijwilliger worden van de diverse groepen die met biodiversiteit bezig zijn.
Op het punt van vertrekken vroeg Jan van den Abbeelen de zaal om nog even aandacht te hebben voor Gert-Jan van Bruggen die in contact is getreden met de gemeente over de ideeën binnen Van Besouw 3801 het totaal stenen Keperplein met de schoorsteen te vergroenen. Bleek dat de gemeente daar intern ook al aan het denken is. Er is dus bij voorbaat draagvlak en het ligt voor de hand dat hier handen ineen geslagen worden.
En zo gingen we allen vanuit CC Jan van Besouw welgemoed huiswaarts naar de Zuidrand van Goirle waar eens geweven werd door Van Besouw en Van Puijenbroek, met een scherper bewustzijn van de verweving van natuur en cultuur.
