Boksen. In de Griekse oudheid was het al een Olympische sport. En het ging er, zeker destijds, niet zachtzinnig aan toe. Ik herinner me een gedichtje van Lucilius waarin hij beschrijft hoe een bokser na de wedstrijd in de spiegel kijkt en onder ede verklaart: dat ben ik niet. In een ander epigram (hij schreef er diverse over deerlijk verminkte boksers) loopt een pugilist (dat is: een vuistvechter) de erfenis van zijn vader mis omdat niemand, zelfs zijn eigen broer niet, hem herkende en hij voor een vreemdeling werd aangezien. Ik wil maar zeggen: boksen was vroeger een bloederig bedrijf.

En toen las ik, dat Leo van der Weegen een boekje had uitgebracht onder de titel ‘Scènes uit het boksen, vertaald naar het leven van alledag’. Dáár wil ik (niet vies van een opstoot links of rechts) meer van weten, dacht ik, en bezocht de auteur te zijnen huize.

Door: Norbert de Vries

Een gesprek met Leo van der Weegen:

Kunst en sport

Leo werd in 1940 in Tilburg geboren (sinds 1977 is hij inwoner van Goirle). In zijn jeugd draaide het om sport en kunst. Dat begon al heel vroeg. Als peuter reeds scharrelde hij rond in het atelier van zijn oom Piet Clijsen, de bekende glazenier. Hij begon er te tekenen, en later te schilderen. Ook de muziek speelde een belangrijke rol in zijn jeugd (saxofoon en piano). En hij was een fervent sporter (honkbal onder meer). Dan komt de moeilijke keuze: in welke richting zoek ik mijn beroep? Wordt het de kunst of wordt het de sport? Het werd de sport. Hij volgde de KALO (de - toen nog katholieke- academie voor lichamelijke opvoeding) in Den Bosch en hij werd docent aan diverse middelbare scholen. Later was hij ook werkzaam aan de ALO/Fontys Sporthogeschool Tilburg. Daarnaast is hij natuurlijk blijven musiceren en schilderen. (Ik mocht het atelier achter zijn huis bezoeken, en was onder de indruk van al het moois dat daar staat/hangt of in wording is)

Kleine bijzonderheid: hij verwierf een zekere faam als bedenker en tekenaar van stripfiguren en cartoons. Hij gebruikte die om de inhoud van zijn readers, colleges en publicaties de duiden en te ondersteunen. In zijn boekje ‘Scènes uit het boksen’ komen ze weer terug. Voor een laatste optreden, zoals hij schrijft. Het wordt een boek waarvan de kleurrijke scènes worden ondersteund door gedichten en commentaarteksten.

Buddy-boksen

Bij de bokssport gaat het er om je tegenstander uit te schakelen. Een knock-out is het ultieme doel. Maar boksen kun je ook op een andere, een vriendschappelijke manier beoefenen. In zijn boekje heeft Leo het volgende motto staan: ‘Het leven is als een bokswedstrijd… mooi als de verliezer ook nog lacht.’ Die gedachte staat haaks op wat in onze samenleving met z’n hypercompetitie en z’n doorgeschoten ik-cultuur gangbaar is. Leo wijst die moderne cultuur sterk af. ‘Kijk maar wat die ons gebracht heeft!’ Hij pleit voor een fundamentele gedragsverandering. Bij al onze besluiten moeten we nadenken over wat dit besluit voor de ander betekent en wat de gevolgen ervan op lange termijn zijn. Die gedragsverandering kan volgens hem het beste via het onderwijs ingang vinden. En als sportleraar heeft hij hiervoor, binnen het bewegingsonderwijs, het buddy-boksen ontwikkeld. Geen full-contact en het uitwisselen van rake klappen, maar skin-touch. Even aanraken, meer niet. ‘Geremd stoten’ heet dat in het boksjargon. En die vriendelijke wijze van boksen floreert het beste met de ondersteuning van een buddy die optreedt als helper, aangever, beveiliger en personal coach. In zijn boek staat de methodisch-didactische uitwerking daarvan beschreven. Een vorm van zelfverdediging die past binnen het pedagogische kader dat verantwoord is bij het lesgeven aan 12-16 jarige jongeren.

Leo vertelt hierover: ‘De vraag aan OMO was, geformuleerd in een brandbrief aan de Raad van Bestuur, om zelfverdediging op te nemen in het vaste vakkenpakket van hun scholen.

Overal in de wereld worden marsen gehouden tegen seksueel geweld en agressie waar meisjes en vrouwen onder gebukt gaan. Jonge mensen die alles moeten regelen om veilig thuis te komen, van hun fiets worden getrokken, overal aangeraakt worden en pesterijen moeten ondergaan, nemen deze trauma’s in hun leven mee. Veel jeugdigen gaan denken dat het blijkbaar normaal is. Onze maatschappij die zich heeft gecommitteerd aan het verdrag aan Istanbul kan haar plicht die ze heeft voor de jeugd van 12-16 jaar niet waar maken. Zwaardere straffen en actievoeren met protestmarsen zal het geweld voor jongeren op zich niet doen afnemen. Gezien de ontwikkelingen in de samenleving is het belangrijk om op een zeer effectieve manier je te kunnen beschermen tegen geweld. Niet meer voor alles bang te hoeven zijn en je leven te kunnen leiden zoals je dat zelf belangrijk vindt. De samenleving moet dit faciliteren van uit haar zorgplicht omdat alle andere maatregelen dit voor een jongere niet oplossen. Daarom in plaats van een uurtje turnen of voetval een uurtje: zelfverdediging. Dat wat nodig is om je te onttrekken aan het niet gewenste gedrag en weg te komen gaan uit benarde situaties. Dit kan met een aantal sporten zoals judo, Aikido. Tai Chi en ook met het Buddy boksen.’

Tot slot nog de presentatie

Dit boek werd op 17 april jl. in de mediatheek van Fontys Sporthogeschool te Eindhoven gepresenteerd. Het eerste exemplaar werd overhandigd aan Jos Kusters, de voorzitter van de Raad van Bestuur van OMO (Vereniging van Ons Middelbaar Onderwijs). Ook Arnold Vanderlyde, (zilver tijdens de Olympische spelen te Los Angeles) mocht een exemplaar in ontvangst nemen. De heer Kusters was zeer ingenomen met het boekje. Hij zei: “Dit moet op al onze scholen bekend worden.” En hij bestelde meteen 70 exemplaren!’

Bent u ook geïnteresseerd? Stuur een mailtje aan info@leovanderweegen.nl