Fotograaf: Cathelijne van Hoek
Bart werd geboren in Goirle op 7 november 1940. Hij was het eerste kind van Luc van Hoek en Lena Sieben en hij groeide op in een kunstzinnig gezin. Vader Luc was de befaamde glazenier, schilder, stoetenbouwer, dichter, beeldhouwer, graficus, ach, wat was hij niet? De vier zonen en drie dochters van Luc en Lena zouden allen in hoge mate creatief en kunstzinnig blijken te zijn op het vlak van schilderkunst, beeldhouwwerk, fotografie, muziek en dans. Zo ook Bart.
Evenals zijn vader was Bart autodidact. Hij zocht zijn eigen weg in de kunst als schilder en beeldhouwer. Zijn doorbraak als beeldhouwer was zijn verkoop-tentoonstelling in het Goirlese gemeentehuis in november 1987. Hij exposeerde er een reeks van kleine bronzen beelden. Spoedig volgen de grote beelden in brons. In Goirle vinden we enkele van zijn werken: De Zaaier, Het Echtpaar (in wie we Luc en Lena herkennen), De Zonaanbidster, Op Hoge Benen, en De Makelaar. Een van zijn mooiste beelden is, volgens mij, Op Hoge Benen. Wervelend, uitbundig, de verbeelding van pure levenslust. Vitaliteit, fiere kracht en zwierige snelheid straalt dit beeld uit. Vaak is de vrouw het onderwerp van zijn beelden. Uitbundig of juist verstild, zoals De Zonnebaadster. Bart zei hierover: ‘Ik sta er zelf versteld van. Het is nooit op. De vrouw blijft me steeds inspireren.’ Het thema van ‘das Ewig- Weibliche’ heeft vele kunstenaars geïnspireerd. De term kennen we van Goethe die in Faust dichtte:
Alles Vergängliche
ist nur ein Gleichnis;
das Unzulängliche,
hier wird’s Ereignis;
das Unbeschreibliche,
hier ist’s getan;
das Ewig-Weibliche
zieht uns hinan.
Wat vergaat, is slechts een afdruk in de tijd — een weerspiegeling van het eeuwige.
Wat ontoereikend leek, onthult hier zijn ware aard: een doorkijk naar het Ene.
Wat geen stem kan dragen, wordt hier verstaan, van binnenuit.
Het eeuwig-vrouwelijke — beeld van de Ziel, die verlangt naar de Bron — trekt ons omhoog,
niet als vlucht, maar als terugkeer.
Bart overleed op 15 juni 2025. Zijn handen vertaalden het onzegbare — een glimp van de ziel, gevangen in vorm — en schonken zijn geboortedorp een reeks beelden die nu als wachters van herinnering en verwondering in ons midden staan.
Met zijn heengaan is niet enkel een mens verdwenen, maar ook een bepaalde manier van kijken. Toch is zijn geest niet afwezig. De beelden blijven. Ze vangen het zonlicht, en fluisteren zachtjes terug naar wie wil luisteren. Zijn nalatenschap is geen monument, maar een uitnodiging tot verwondering — blijvend, tastbaar en intiem.
ndv
