Terugblik op de marathonvergadering van de gemeenteraad van 24 juni 2025

door: Norbert de Vries

Vorige week dinsdag, tijdens de jaarlijkse bijeenkomst (deze keer in Moddergat, Friesland) van de Landelijke Vereniging van Correspondenten van Huis-aan-Huisbladen, ging het gesprek maar weer eens over de vele ongemakken van het vak. Henk uit Eijsden klaagde over zijn nog altijd zeer moeizame relatie met de burgemeester die hij in 2017 in een van zijn artikelen een ‘druiloor’ had genoemd; Sjors uit Hooge Zwaluwe jammerde over het feit, dat de redactie zijn stukken over modeltreinen (zijn grote hobby) keer op keer afwees; Jeanette kaartte maar weer eens het eeuwige pijnpunt van de belabberde bezorging aan - algehele instemming: het is om te huilen! - , enfin, zo had ieder wat te mauwen. Tot de voorzitter ingreep en het hoofdthema van de bijeenkomst aan de orde stelde: ‘Wij schrijven, maar wie leest ons?’

Een existentiële vraag, inderdaad

Wij schrijven, maar leest u ons ook? En dan antwoorden de raadsleden: wij vergaderen, maar wie stelt er enig belang in wat wij zoal bespreken?

Die terugblikken op de raadsvergaderingen, ach, ik schrijf ze nu al een jaar of vijftien, maar wie leest ze? Nou, mijn ervaring is: vooral de raadsleden zelf. Ik kreeg uit de raadskring de vraag: waar blijft die terugblik op onze marathonvergadering? Die gedenkwaardige vergadering van 24 juni die om 17.00 uur begon en kort voor middernacht eindigde. Nog helegaar niets over gelezen, verzuchtten enige raadsleden. Welnu, vooruit dan.

Het eerste, leuke deel van de vergadering

Er werd afscheid genomen van de Jeugdgemeenteraad. De leden hadden een lange rol papier gevuld met foto’s en korte teksten over wat ze allemaal hadden gedaan. Ach, die heerlijke jeugd met hun existentiële vraag: zijn er wel genoeg frietzaken in Goirle? De jeugd heeft misschien niet altijd door wat ze wil — maar ze weet wèl dat ze friet wil. Friet met mayonaise. Friet met stijl. Friet als basisrecht, verankerd in een denkbeeldige grondwet naast ‘recht op youtube’ en ‘nooit je kamer hoeven opruimen.’ Want zeg nu zelf: hoe kunnen we verwachten dat jongeren nadenken over klimaatverandering, hun toekomst of zelfs algebra, als hun maag knort als een boze wolf? Friet is geen snack. Friet is troost. Friet is vrede. Friet is... jeugdbeleid.

Dus ja, geef die kinderen friet. Niet als beloning, maar als erkenning. Want wie friet geeft, zaait hoop — en wie hoop zaait, krijgt misschien ooit een generatie die wél hun kamer opruimt.

Sinds 1988 bestaat er in Goirle een Jeugdgemeenteraad, en de Grote Raad verklaarde unaniem: wat een waardevol middel is die Jeugdgemeenteraad om de jongeren te betrekken bij beleid dat hen raakt. Datzelfde zou, als voorbereiding op volwassen burgerschap, ook moeten gelden voor de jongeren van 12 tot 18 jaar! En, hupsakee, daarvoor hadden de raadsleden een plan bedacht, en in een motie verwoord: de oprichting van een werkgroep ‘Jeugdraad’ om – ik citeer – ‘het beleid te monitoren en te helpen bij de begeleiding’. Oei, denk ik dan, dat heeft alles in zich om te blijven steken in goede bedoelingen, en verder niks. De Jeugdraad moet samen met ‘het veld’ een vast ‘programma jeugdparticipatie’ ontwikkelen dat alle kinderen en jongeren tot 18 jaar actief betrekt bij beleid en leert over democratie. Mijn eerlijke mening? Dat wordt helemaal niks.

In de ‘raadswerkgroep Jeugdraad’ nemen de volgende personen plaats: Maarten Scholtze (Gezond Verstand), Bert van der Velden (PAG), Maggie de Jong (PvdA), Stijn de Kort (VVD), Piet Verheyen (D66), en René van der Pluijm (LRG).

Het tweede, eindeloos durende deel van de vergadering

Eerst een paar hamerstukken, klap, tik, volgende.

Maar dan: de Jaarstukken 2024 en de Perspectiefnota 2026. Bij die jaarstukken behoorden 9 documenten en 2 stemmingen; bij de Perspectiefnota waren het 8 documenten en 4 stemmingen. Nou, dan weet u het wel. Terwijl de financiële situatie van de gemeente alleszins gunstig is. Ik hoor het wethouder Van der Put nog zeggen: ‘Goirle is, financieel gezien, gezond, supergezond zelfs.’ En wat de toekomst betreft: een sluitende meerjarenbegroting. M’n liefje, wat wil je nog meer? Of zoals Heinrich Heine schreef: ‘Mein Liebchen, was willst du mehr?’ Ik zou zeggen: pluim, veer, hoera, en naar huis. Maar neen, er volgden uren gesteggel over transparantie, en concreet: mag het college 1.000.000 euro storten in een nieuw te vormen bestemmingreserve Jeugd voor de periode 2026 t/m 2029 voor het opvangen van de schommelingen in de uitgaven van de regionale jeugdhulp? Nou, daar waren een paar partijen ( te weten: GV, AP, VVD, en D66) het niet mee eens. Dat miljoen moest wat hun betreft aan de AWR (algemene weerstandsreserve) worden toegevoegd. Mijn hemel, wat een diep-existentieel vraagstuk?! En zie wat nu geschiedde: een fopschorsing, aangevraagd door Mark Verhoeven (LRG).

Uit de hoge hoed

Mark had even zitten rekenen: de motie om dat miljoen niet te storten in een bestemmingsreserve Jeugd, maar toe te voegen aan de AWR kon rekenen op 9 stemmen. Mark wist: Roy van Gorkom (LRG) is verlaat, maar komt nog naar de vergadering. Even een blik op het horloge… nou, hij kan elk moment binnenkomen. Even wat extra tijd pakken met behulp van een schorsing.

En, verdomd, het werkte: tijdens de schorsing kwam Roy binnen, en kort daarna eindigde de schorsing. Bij de stemming bleek: ‘de motie is verworpen met 10 stemmen tegen en 9 voor’. Wat is die Mark een slimme vogel! Het trucje werd natuurlijk door de oppositie doorzien, en de reacties logen er niet om.

Ach, wat een heerlijke details

Dan de Perspectiefnota. Het debat daarover duurde 1 uur en 40 minuten. Hoogtepunten: het zwembad en de leges inzake de invalidenparkeerkaart. Ik ga daar op deze plaats niks over melden. Wie geïnteresseerd is en een aanleg heeft voor masochisme: kijk maar op de website van de gemeente.

Ik vraag me af wat jongeren in de leeftijd van 12 tot 18 jaar van zo’n marathonvergadering zouden vinden. Die oeverloze discussies over totaal onbelangrijke details… ‘Meine Güte’, zou mijn oma gezegd hebben, ‘was kostet das alles?’

De rest

Ach, de rest moet u me maar schenken. Dank u. Ik ben intussen onderweg naar een herstellingsoord.