De Columnade door Ben Loonen
Wat doet deze genocide met ons Godsbeeld, met ons zelfbeeld, met onze achting voor onze regeerders en volksvertegenwoordigers? Waar moeten we naar toe met onze woede, verbijstering, schaamte? Dit soort vragen stelde ik vorige week aan het eind van mijn vakantie-thuis artikel. Als columnist moet je op zo’n vragen antwoord geven, al zou ik niet direct weten wat voor antwoord. Je kunt je samen met zo veel anderen machteloos voelen. Dat gevoel zal wel overheersen bij de meeste mensen die deugen, of het nu Nederlanders zijn, Europeanen of bewoners van de andere werelddelen. Je kunt met stomheid geslagen zijn bij wat er in Gaza gebeurt, je kunt daar geen woorden meer voor hebben als je al “humanitaire ramp”, “schendingen van de mensenrechten”, “oorlogsmisdaden”, “genocide” hebt geroepen. Wat een opluchting gaf het even toen Filip, de koning der Belgen, onomfloerst zijn woorden: “het is een schande voor de mensheid” België in slingerde. Ze werden ver buiten België opgepikt. Wat doet het met ons? Wat doet het met mij? Ik merk dat ik naast de berichten over Gaza vooral de ingezonden brieven lees, en dat ik steeds meer delen van de krant oversla als irrelevant, met de gedachte waarom zou ik mijn aandacht aan futiliteiten en trivialiteiten geven? Ingezonden brieven zijn meestal hartekreten, woorden die toch nog ontsnappen aan de stomheid en sprakeloosheid. Ik geef er enkele, zonder bronvermelding en namen. “Ik kan het niet meer verdragen. ‘s Morgens word ik wakker en dan zijn er weer 67 verhongerde mensen en kinderen doodgeschoten omdat ze in de rij stonden voor voedsel. ( )
Wat zijn we eigenlijk aan het doen? We helpen Israëlische burgers hun medemenselijkheid te doden, net zoals we die tot zwijgen brengen in onszelf.” “Zou het kunnen dat we deze tweede genocide nodig hebben om goed te voelen hoe besluiteloos en laf we zijn? Zullen we dan afspreken dat dit de laatste keer is?”
“Onderbelicht blijft dat een stem op met name de VVD, PVV, BBB, NSC, Ja21 en SGP óók een stem is voor het voortzetten van onvoorwaardelijke steun aan Israël.” “Gaza stelt alles op de proef, ook de journalistiek.” “Ik kan niet meer door de bril van mijn jeugd naar Israël kijken.” “De demonstranten in Tel Aviv beseffen al te goed dat Netanyahu hiermee hun land voorgoed buiten de beschaving dreigt te plaatsen.” “Bij het zien van de foto’s van bijna of helemaal verhongerde Gazaanse kinderen dacht ik plotseling en eigenlijk tegen mijn zin: ‘Het wordt tijd de ontkenning van de Gazaanse genocide strafbaar te stellen.’”
“Vanaf mijn vroegste jeugd ben ik opgegroeid met verhalen uit de bijbel. Een van de centrale thema’s was het volk Israël, Gods uitverkoren volk. Dat leidde al vroeg bij mij tot een grote liefde en positieve belangstelling voor de stichting en het bestaan van de staat Israël. Ik zag dat als een bewijs van Gods handelen. Inmiddels is van die positieve belangstelling en liefde niets meer over. ( ) En de God van Israël is voor mij een groot vraagteken.”