Zaterdagavond 23 augustus. Ik kijk op Netflix naar een documentaire over 11 september, nine-eleven. Vliegtuigen die torens binnenvliegen. Mijn echtgenote kijkt naar buiten en roept plots verschrikt: ‘Hé’. En dan zie ik het ook: links naast ons appartement schuift een luchtballon langs. Zó dichtbij, zó laag, en in volkomen stilte. De schrik slaat om mijn hart. Klinkt er zo meteen een harde bons als de mand onze zijmuur raakt? Nee, gelukkig, een stoot vuur en de ballon wipt nog juist over de boomtoppen en verdwijnt uit zicht. Ik leg fluks mijn pijp neer en hol op mijn pantoffels naar beneden. ‘Onbezonnenheid’ is my middle name. Vlug, vlug, want die landingen zijn nooit ongevaarlijk, en het gaat heel soms mis. Zie hoe ik daar aan kom draven, Bakertand op, en bij de kippenstal rechtsaf, het zandpad op. Aan mijn rechterhand staat, zover het oog reikt, maïs. Tamelijk mistroostig, stel ik inderhaast vast. Niet groen, maar geel en verdord. Aan mijn linkerhand een akker, helemaal leeg. En precies daar staat de mand, en daarachter, als een lange slurf, ligt het inmiddels lege doek. Een behouden vaart dus en een geslaagde landing, dankzij het vakmanschap van vaarder Daan. ‘Bent u de eigenaar? ‘vraagt hij aan mij. Hij bedoelt: bent u de boer? Ik loop hem tegemoet, hoge stofwolken opwerpend. Jikkesmerante, wat is die akker droog. En mijn arme pantoffels zien er niet meer uit. ‘Neen, ik ben niet de boer, ik ben hier ‘vitio gentis humanae’, door een tekortkoming van de menschelijke geslacht. Zo althans werd – zo las ik onlangs - de nieuwsgierigheid eertijds wel aangeduid.’

Ik besluit: hier ga ik iets over schrijven in het Goirles Belang. Lang geleden (in 1986 of daaromtrent) schreef ik op verzoek van Ed Brok een stukje over een luchtballon die ergens langs de Goirlesche Dijk was geland. (Ed had vernomen dat ik met vrouw en zoontje was gaan kijken, zoals ook veel andere Goirlenaren, ‘Nou dan kun je er ook wel een stukkie over componeren’).

Als ware ik een journalist, slofte ik op de passagiers af. Waar zijn jullie opgestegen? In Waalwijk. Hoe vonden jullie het? ‘De ballon dreef als een droom door de avondlucht’ begon er een. Zeker poëtisch angehaucht, volgende maar. ‘We kwamen over Tilburg, en daar stond mijn nichtje in de tuin te zwaaien’, zei een ander. Daar koop ik niks voor, volgende. ‘Toen de mand de grond raakte, hapten we stof, en voor een ogenblik was het alsof de tijd zich openvouwde’, verdraaid, daar is die dichter weer.

Ik vroeg daarom in het algemeen: mooiste ervaring van uw leven, qua vliegen dan? En allen knikten. Prachtig, onvergetelijk, majestueus, furtief. Ik vroeg: furtief? Ach ja, men roept maar wat als men enthousiast is.

En wat krijgt de boer? wilde ik weten. Daan zei: afhankelijk van de grootte van de mand. Deze mand (15 passagiers) is groot: een fles schrobbelèr en een bon voor een gratis ballonvaart. Stom, denk ik, ik had gewoon moeten zeggen, dat ik de boer was. Maar als u een mooie tocht wilt maken: vraag naar Daan van SKY Ballonvaarten, Gilzerbaan, Tilburg.

ndv